Dé jachthaven van Amsterdam
Durgerdammerdijk 116A. Havenmeester 06 5162 8873
Betreft: Tocht naar Zaandam
Logboekpassage, 12 October des Jaars 1884
Locatie: Aanvang bij het Y, Amsterdam; Bestemming Zaandam
Weersgesteldheid: Licht bewolkt, met een matige wind uit het noordoosten
Een vroege schemering omhulde de stad toen de dag der eerste grootsche onderneming van onze aanstaande Zeilvereniging Het Y aanbrak. De koele bries droeg een zweem van verwachting, en de opkomende zon leek met ons mede te jubelen. Nog doordrenkt van de vurige gesprekken die twee dagen tevoren in De Roode Leeuw werden gevoerd, verzamelden wij ons aan de oevers van het Y. In de beslotenheid van de drinkgelegenheid aan het Westerdok had de kiem van ons initiatief wortel geschoten en werd het besluit geboren om met een zeiltocht onze dromen in de wind te zetten.
Langs de kades ontrolde zich een schouwspel van ongekende luister: twintig schepen, groot en klein, lagen gereed, elk met zeilen als vleugels, gereed om op te stijgen op de adem van Neptunus zelf. Elk schip wapperde met een geïmproviseerde vlag die ons logo droeg, een simpel ontwerp dat Klingenspoor de nacht ervoor had getekend, een bewijs van ijver en toewijding.
Bij het eerste sein verhieven zich de zeilen met het statige geklap van canvas en hout. Het geluid der scheepshoorns weerklonk over het water als een aankondiging van onze komst. De tocht leidde ons langs het recent gegraven Noordzeekanaal, terwijl de wind onze reis gunstig begeleidde. De wolken die zich soms samentrokken boven ons, hielden hun regen in toom, als ware zij onder de indruk van onze vastberadenheid.
Doch deze reis was méér dan een zeiltocht—het was een daad van verbondenheid en een uitroep aan hen langs de oevers om zich aan te sluiten bij onze nieuwe broederschap der zeevaarders. Langs de wal verzamelden zich nieuwsgierigen, zwaaiend en juichend, geraakt door het uitzicht van onze stoere vloot. De pennen der verslaggevers waren reeds in beweging; ik bespeurde de schrijvende heren van de lokale couranten in gesprek met enkele toeschouwers.
Toen wij Zaandam bereikten, werden wij begroet door een menigte vol verwachting. Daar, aan de kade, hield Altink een toespraak die de geesten van menigeen wist te beroeren. Hij sprak met vuur over ons doel: het koesteren en versterken van de gemeenschap der zeilers, en het scheppen van een veilige haven voor allen die het ruime sop beminnen.
De dag eindigde in een sfeer van kameraadschap en vreugde in het welbekende Café De Beurs. Aldaar werden verhalen gedeeld en plannen gesmeed, en de maaltijd die wij genoten was doordrenkt van hoop en ambitie. Een tocht die eens een plan was van vier vrienden, is uitgegroeid tot een onderneming van betekenis, een fundament waarop onze vereniging zal rusten als een schip op zijn kiel.
Wij zijn vastbesloten om, met ijver en eendracht, onze droom te verwezenlijken. Het begin is gelegd—onze toekomst wacht op ons. Wie weet zelfs met een eigen haven.
Getekend met waardigheid,
Heer Jaski, Schipper der Wilhelmina